De kleine wereld van
Jeroen Sprenger



Unieke studie naar Joodse gemeenschap in Ouder-Amstel

Ouderkerk aan de Amstel is in Joodse kring vooral bekend van de begraafplaats Beth Haim en het Alexander Vegahuis. Al zo’n 400 jaar worden er Joden van Sefardische komaf begraven. Met de bewaarderswoning, het Vegahuis, en het Rodeamentos-huis kent de gemeente een monumentaal complex van Joods cultureel erfgoed, dat in oorspronkelijke staat is gebleven. Maar van de Joodse gemeenschap in de gemeente Ouder-Amstel is niet zo veel bekend. De historicus Ruud Siekerman vult met zijn boek over de Joodse inwoners in de twintigste eeuw een deel van de leemte in.

Veel studies naar lokale Joodse gemeenschappen bieden een beschrijving van het ontstaan en ontwikkeling, de hoogte- en de dieptepunten, de al of niet ingroei in de samenleving. Niet zelden worden er korte portretten aan toegevoegd van personen die daaraan een grote bijdrage hebben geleverd. Siekerman onderscheidt zich daarvan door in zijn studie aandacht te besteden aan alle Joden die vanaf 1900 in Ouder-Amstel – met de kernen Duivendrecht, Ouderkerk en Waver - hebben gewoond, hoe kort ook. Een uitstekend persoonsregister geeft toegang tot de beknopte levensschetsen van de circa 280 inwoners. Slechts van een enkeling heeft hij geen gegevens kunnen achterhalen. Minstens zo goed is het straatnamenregister, waardoor helder wordt waar ze hebben gewoond. Voor genealogen is Siekerman zo een uitstekende gids naar familieleden die enige tijd in Ouder-Amstel hebben doorgebracht.

Vegahuis

In het culturele en sociale leven speelt Louis Vega (1904-1989) een belangrijke rol. In 1937 wordt hij beheerder van Beth Haim. Vanaf februari 1944, als Vega uiteindelijk moet onderduiken, houden buren een oogje in het zeil op de begraafplaats en op de inboedel van de bewaarderswoning. In juni 1945 kunnen de gezinsleden, die op verschillende plaatsen ondergedoken hebben gezeten, daar weer hun intrek nemen. En vervolgens enige tijd het huis voor ‘terugkeerders’ kunnen openstellen, zodat ze tot rust kunnen komen en vervolgens hun eigen leven weer oppakken. Siekerman heeft zijn boek in drie tijdsperiodes ingedeeld: vóór, tijdens en na de oorlog. In al die periodes komen Joden van her en der en vertrekken vaak ook weer. Een merkwaardige episode in de komst- en vertrekgeschiedenis vormt 1942. In maart worden alle Joden in de randgemeenten van Amsterdam gedwongen naar de hoofdstad te verhuizen. De veldwachters van Ouder-Amstel gaan op 4 mei alle huizen van Joden langs om te controleren of ze daaraan gevolg hebben gegeven. Op 1 augustus worden echter die randgemeenten tot Amsterdam verklaard. Waarmee de 22 Joodse inwoners die nog niet zijn verhuisd toch kunnen blijven. Maar als in 1943 de deportaties worden geïntensiveerd, moeten zij onderduiken. Gelijktijdig zoeken vele Joden uit Amsterdam een onderduikadres in Ouder-Amstel. Beth Haim biedt daartoe tijdelijk onderdak. Van daaruit worden ze door het verzet elders in de regio ondergebracht.

De benadering van Siekerman maakt het moeilijk er enkele ‘prominente personen’ uit te lichten die ook elders bekend zijn. Voor de vuist weg heb ik er twee gekozen: de verzetsman Pierre Coronel en de reclameman Maurits Aronson. Coronel (1914-1945) is marconist en bedient vanuit het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis (OLVG) een geheime zender van de Raad van Verzet. Eind februari 1945 wordt de zender opgerold en komt hij om het leven. Aronson (1903-1989) begint voor de oorlog al een loopbaan in de reclame. Tijdens de bezetting kan hij vanwege zijn huwelijk met de niet-Joodse Adriana Stigter in Ouderkerk blijven wonen. Na de Bevrijding legt hij de grondslag voor het reclamebureau PRAD, dat ieder huishouden doordringt met campagnes als AH’s Premie-van-de-Maand-Club en de Melkbrigade.

Onlangs is van Bianca Stigter, achternicht van Aronson, Atlas van een bezette stad, Amsterdam 1940-1945 verschenen. Hierin komen bijna alle Amsterdamse straten voor, met daarbij markante gebeurtenissen die daar in de oorlogsjaren hebben plaatsgevonden. Vergelijkingen gaan altijd mank, maar qua benadering lijkt het op die van Siekerman. De geschiedenis wordt niet vanuit een algemeen verhaal benaderd, maar vanuit individuele personen (Siekerman) en afzonderlijke plaatsen (Stigter). En komt zo letterlijk dicht bij huis.


Jeroen Sprenger

December 2019

Eerder gepubliceerd in Misjpoge, 2019, nr 4

 

Ruud P. Siekerman, Joodse inwoners van Ouder-Amstel, 1900-1950, uitgever Historische Kring Ouderkerk aan de Amstel, Ouderkerk aan de Amstel 2019, ISBN 978 90 830312 0 0, 356p, €29,50. Te verkrijgen bij: Boekhandel Sprey en museumwinkel, Ouderkerk; Vivant Diana en Eetcafé Lotgenoten in Duivendrecht; Stadsarchief, Amsterdam.