De kleine wereld van
Jeroen Sprenger

Herinneringen aan 'mentor' Jaap van der Linden


Op 2 april 2017 was er nog een aardig feestje op de Scheleberg. Jaap stond centraal, zijn biografie was net gepresenteerd. Hij glunderde, maar ingetogen. De gezondheid was broos.

En op 20 mei 2017 treffen we elkaar weer. Jaap is er nog wel, in ieders gedachten. Maar zijn gescharrel tussen ons door, met een klein glaasje in de ene hand, liefst nog met een sigaret in de ander, hier en daar een snaakse opmerking plaatsend, missen we.

Er zijn vrienden en vriendinnen die Jaap veel langer en intenser hebben gekend dan ik. Al van ver voor de vorming van de FNV. Ik kwam pas 40 jaar geleden in zijn omgeving, sinds de vorming van de FNV dus. Niet dat het wat voor Jaap heeft uitgemaakt. Hij kon met iedereen overweg. Maar belangrijker was dat hij heel snel een zekere vertrouwdheid uitstraalde. Waarin gezagsverhoudingen, chef-ondergeschikte, leerling-leermeester, er niet toe deden. Jaap behoort voor mij tot het zeer selecte kringetje van mentoren. Mensen van wie je wat aanneemt. Maar voor wie je naar verloop van tijd ook enige betekenis hebt.

Binnen dat selecte kringetje is Jaap toch wel bijzonder. Hij liet je ook wat ruimte om naar eigen inzicht je werk in te richten. Zolang het maar ‘in de geest van de commandant’ was.

Jaap en ik komen ongeveer gelijktijdig naar Woerden. Hij vanuit Sliedrecht, ik vanuit Amsterdamse universiteitsbanken. Hij met een niet afgeronde HBS, maar wel al met een aardige staat van dienst in de bond. Ik met een wel afgeronde HBS, maar verder met een niet voltooide studie politicologie en helemaal groen in de vakbeweging. Desondanks was er snel een band…

Scholing met een historische inslag

In 1977/78 moet er een nieuwe beleidsverantwoordelijke komen voor scholing en vorming uit de kring van de NVV-bouwbond. Jaap, die graag bij de afdeling Scholing & Vorming kwam buurten voor een kletspraatje na de vrijdagse vergadering van de Federatie Bouw- en Houtbonden, wordt aangemoedigd zijn vinger op te steken. Veel concurrentie was er niet, want hij had natuurlijk op het terrein van scholing & vorming al zijn sporen verdient.

Mede onder zijn coaching wordt de grondslag gelegd voor het scholingswerk binnen een organisatie die vanuit twee richtingen op zoek is naar een nieuwe identiteit, naar de te vormen Bouw- en Houtbond FNV. Scholingswerk met een duidelijke historische inslag. Want ‘je weet niet waar je heengaat als je niet weet waar je vandaan komt!’

Dat was in die die tijd niet vanzelfsprekend. Er waren bondsbestuurders die iets hadden van: kunnen we niet beter naar de toekomst kijken? Misschien waren ze bang dat er teruggeblikt zou worden op die periodes in de vakbondsgeschiedenis waarin NVV en NKV behoorlijk fel tegenover elkaar hebben gestaan.

Enkele jaren later gold dat nog sterker. We wilden aandacht besteden aan de Tweede Wereldoorlog, aan de bezettingstijd en de rol van de vakbeweging destijds. Het NVV stond daar wat ongemakkelijker in dan de confessionele organisaties, en de bouwbond binnen het NVV nog weer ongemakkelijker. Maar Jaap had vertrouwen in ons en wist het bondsbestuur ervan te overtuigen dat er op een integere wijze aandacht aan zou worden besteed. In heel andere rollen – vanuit de VHV, hij voorzitter, ik bescheiden kaderlid – stimuleren we 25 jaar later het IISG de website de Vakbeweging in de oorlog te bouwen.

Ongemakkelijke onderwerpen ging Jaap niet uit de weg. Dat geldt ook als er  Louis in 1981/1982 een vacature is op de afdeling. Eén van de collega’s van de HPS overweegt te solliciteren. Maar is wel lid van de CPN. Hij verzorgt cursussen voor bouwbondleden, daar maakt niemand bezwaar tegen. Maar om zo iemand nu in dienst te nemen? Is dat niet een brug te ver?

Jaap neemt behoedzaam, geheel in de stijl die bekend is van andere Jonge Strijders, met broekriem en bretels,  de temperatuur op in het bestuur en komt met een geruststellende boodschap terug. Maar wel met een verhaal erbij van hoever NVV-ers hadden moeten komen.


Plan-Kloos

Iedereen herinnert zich Jaap als de man van de annekedotes. Geen onderwerp zo gek zijn, of hij heeft er wel een verhaal bij. Na bijeenkomsten ergens in een scholingsoord, of waar dan ook in het land, werd er altijd een afzakkertje genomen, waarbij nog even werd nagekaart. Soms met een andere ervaren collega erbij. En dan werd de wereld weer even klein gemaakt.

Ik kende de wereld van de vakbeweging natuurlijk niet, zoals Jaap. Die er vaak zelf bij was geweest. Als we het bijvoorbeeld hadden over de structuur van de vakbeweging, over het BlauwZwarte boekje, dan kon het gesprek makkelijk komen op het plan-Kloos. En dan leverde Jaap er ogenblikkelijk plaats en datum bij. “Het NV-huis te Utrecht, 14 april 1969.” Hij was daar als toen nog ‘jongste bediende’ bij.

Daar kon ik uit eigen ervaring natuurlijk nooit overheen. Maar door de goede relaties van mijn vader, sociaaleconomisch redacteur van de Volkskrant, binnen de katholieke arbeidersbeweging, kon ik natuurlijk wel weer uitleggen, waarom Wim Spit in 1973 de opvolger was geworden van Jan Mertens, en niet de gedoodverfde kandidaat Piet van Hout. Het was Frans van Bakel die dat heeft bewerkstelligd. Om kort erna met hem en Leo Brouwer, jongens van de fameuze naoorlogse bestuurdersopleiding van de KAB, de weg te effenen naar de FNV. Want het initiatief daarvan kwam niet bij het NVV vandaan. Daar heerste immers de opvatting: we zijn een algemene organisatie, wat let die NKV-ers om zich bij ons aan te sluiten?

Meestal eindigden de gesprekken met Jaaps opmerking: “Mensen, in de statuten staat dat we de wereld moeten hervormen. “Dat is vandaag weer niet gelukt. “Maar we hebben het ook niet tegen gewerkt.”


Bouwstaking 1985

Werken met Jaap heeft vele gedenkwaardige momenten opgeleverd. Momenten die ook ver na de samenwerking nog hun betekenis hebben. In 1985 treffen Jaap en ik elkaar in het Actiecentrum. We maken deel uit van het coördinatiepunt voor de eerste stakingen in de bouw sinds 1977. Daar valt zo verschrikkelijk veel over te vertellen. Maar ik laat het bij twee punten.

Jaap was zowel actieleider als bondsbestuurder. Dagelijks was er wel overleg in het bondsbestuur over formele en informele contacten met de werkgevers. Geschipper en geschuif. Jaap kwam daardoor in een spagaat ten opzichte van de actievoerders. Maar daar redde hij zich altijd goed uit. “Mensen”, was zijn antwoord bij terugkeer op onze vragen, “het actiepamflet staat nog recht overeind!”

Het andere punt is de samenloop met het congres. Waar Bram Buys zou worden uitgezwaaid. En Jan Schuller zou worden ingehuldigd. Hoe moest dat nu? De congrescommissie zat met de handen in het haar. Jaaps antwoord was simpel: we verplaatsen het actiecentrum naar de RAI. Zodat er geen haperingen kunnen komen in de coördinatie.

Jaren later, ik ben bij het ministerie van Financiën verantwoordelijk voor de communicatie over de introductie van de euro. Er wordt een groot feest georganiseerd in Maastricht. Alle hotshots, ‘aangeklede trommelstokken’ in Jaaps vocabulaire, onder wie die andere ‘jongen van boven’ – Wim Kok zullen daar zijn. Hoe nu de coördinatie van de distributie van het geld, hoe nu de contacten met de media te onderhouden? Mijn antwoord was simpel: “We verplaatsen het coördinatiecentrum naar Maastricht!” Heb Jaap in die tijd gebeld, omdat de ervaring van 1985 mij het vertrouwen gaf dat het allemaal goed zou komen. Al zal de lommerd er geen stuiver voor geven.

Nog recent komt er een herinnering aan Jaap bij me op, als ik een tv-spot van Klaverblad Verzekeringen zie. U kent hem waarschijnlijk wel. Een jonge medewerker meldt zich bij de directie met een voorstel. “We hebben eens uitgerekend hoeveel het scheelt als de uitbetaling van schades een week wordt opgeschoven. “Dat wilt u niet weten…”
Na een ogenblikje stilte zegt de directeur, tot ontsteltenis van de jonge gast: “Inderdaad, dat willen we niet weten!”

In de jaren tachtig wilde het SFB de uitbetaling van uitkeringen verschuiven. Het zal wel wat voordeliger in geld hebben uitgepakt. Maar Jaap liet weten daar niet van onder de indruk te zijn. Van zijn achterban had hij begrepen dat uitkeringsgerechtigden er door in betalingsproblemen zouden kunnen komen. De betaling van hun vaste lasten, zoals huur, gas en licht, was namelijk in tijd aan de ontvangst van de uitkering gebonden. Een consequentie waar op de Basisweg niet aan was gedacht.


Netwerk

Jaap als leider van het Kinderkamp Jaap van der Linden als leider van het Kinderkamp (1964)

In het nieuwe FNV-kantoor aan de A2 bij de Leidserijntunnel zijn de vergaderzalen vernoemd naar markante vakbondsmensen uit de geschiedenis van de FNV. Authentieke mannen en vrouwen, zoals Adri de Boon, Herman Bode, Karin Adelmund, Bram Buys. Jaap past moeiteloos in dit rijtje ‘echte vakbondsmensen’. Zijn stem, zijn presentatie, zijn gemak om zich karakteristiek uit te drukken, gevoel voor humor. Maar meer dan menig ander, denk ik, kent Jaap een enorm breed uiteenlopend activiteitenpatroon. Met daarbinnen bijzondere dingen als zijn jarenlange verknochtheid aan de Kinderkampen. Een verantwoordelijkheid die hij zo serieus nam dat hij over de jaren heen tientallen tentleiders en andere stafleden aan elkaar moet hebben gekoppeld. Daar was hij ‘groos op’. Vakbondswerk was immers duidelijk meer dan materiële belangenbehartiging…


Jaap legde makkelijk contact, had aandacht voor de mens achter de collega’s. “Hoe is het met je meissie?” En als hij dan eens dat ‘meissie’ aan de telefoon trof, wist hij met haar even makkelijk een gezellig praatje te maken.

Ik vroeg me wel eens af of hij door zijn mateloze energie, zijn overvolle agenda, zijn bijna altijd beschikbaarheid voor de bond, voor zijn thuisfront nog wel tijd had. Maar op enig moment merkten zijn kinderen dat die grote hoeveelheid functies ook zo zijn voordelen had.
“Hebben jullie van Doe Maar gehoord”, vroeg hij me ooit. Niet begrijpend keek ik hem aan. Hadden de kinderen hem gezegd: “Pa, je zit toch in het bestuur van De Bonkelaar? Kan je niet aan kaarten komen?” En zo is hij met hen naar het concert geweest. Een afgeladen Bonkelaar, samen zingend: Is dit alles, Smoorverliefd, Carrière maken, totdat de bom valt… Het zal niet de enige keer zijn geweest dat Jaap thuis heeft gescoord…


Door de jaren heen heeft Jaap een enorm netwerk om zich heen gesponnen. Mede door zijn ontwapenende stijl. Een netwerk waarvan hij gebruik heeft gemaakt. Maar dat hij niet alleen vanuit zakelijk opzicht onderhield. Hij had oog voor mensen. Hij hield van mensen. Die menselijkheid streefde hij ook na in de uitvoering van de sociale zekerheid.

Hij kon desondanks hard zijn. “Een fraudeur moet een fraudeur worden genoemd. “Ook al is hij 100 keer bondslid.” Daarin was hij helder. Maar de uitvoering was voor hem meer dan een administratief, bureaucratisch proces. Zoals al bleek bij de verschuiving van een uitbetalingsdatum. De aandacht voor de mens is tot zijn grote verdriet met het vertrek van de sociale partners uit de uitvoeringsorganisatie verminderd. Mede door toedoen van zijn eigen politieke partij is het medebewind en medebeheer door sociale partners afgeschaft.
Organen van de overheid hebben het overgenomen en die hebben het weer deels aan de markt over gelaten. Ik ben ervan overtuigd dat het heeft bijgedragen aan de vervreemding die zich in de huidige samenleving voordoet. En aan de fragmentarisering van het politieke landschap. Het zou niet verkeerd zijn als ieder behorend tot zijn immense netwerk, in de geest van Jaap, in de geest van de commandant, waar ook actief, aandacht voor de mens in de uitvoering van de sociale zekerheid gaat bevorderen.

 

Jeroen Sprenger

Bewerking van de toespraak, uitgesproken bij de crematie van Jaap van der Linden op 20 mei 2017 in Ede