De kleine wereld van
Jeroen Sprenger

Haagsche Courant

Ambtsgeheim - 9 

Koningin Juliana

Het overlijden van koningin Juliana demonstreert de symbolische betekenis van het koningshuis. Alle vormen van herdenking doen bij velen een deel van de eigen geschiedenis herleven. Verbeeld ik het me, maar staan in de herdenkingen de jaren zeventig niet centraal? Ajax, het wereldkampioenschap van 1974, het kabinet-Den Uyl, de Lockheed-affaire… Zowel thuis als op het werk domineert dit deel van het gemeenschappelijk verleden de gesprekken.

De jaren zeventig, dat waren ook de jaren van de polarisatie. Een sfeer waar Juliana eigenlijk niet bijpaste. Haar troonsafstand, de rellen eromheen, geen kroning maar woning… destijds vond ik het al gênant. De beelden die er nu weer van herhaald werden, riepen opnieuw gevoelens van plaatsvervangende schaamte op. Begrijp me goed, ik zat er in die tijd middenin. De democratische universiteit, de affaire-Daudt en later de radicale vakbeweging, het conflictmodel, democratie is georganiseerd wantrouwen, ik was ervan. Maar naar verloop van tijd merk je toch dat je er verstandig aandoet on speaking terms te blijven met je vermeende tegenstanders. En zo werd ik een overtuigd aanhanger en pleitbezorger van het poldermodel.

Het conflictmodel is echter weer terug, maar in een andere gedaante dan in het laatste decennium van het koningschap van Juliana. Het manifesteert zich volop in de veranderingswoede binnen de rijksdienst. Alles wat is moet anders. Pleitbezorgers van delen van het bestaande zijn verdacht. Staan vernieuwing in de weg. Jong is in, oud is out. Het managen van de veranderingsprocessen vergt veel van de stuurmanskunst van betrokkenen. Want natuurlijk zijn er leemlagen in de rijksdienst, die of afgebroken moeten worden, of beduidend soepeler moeten worden gemaakt. Maar aan de andere kant is vernieuwing niet altijd verbetering. En zijn departementale veranderingen niet vanzelfsprekend in het belang van de samenwerking binnen de rijksdienst als geheel. En behoeft continuïteit ook aandacht. En kunnen ouderen niet zomaar buiten worden geschoven, want de opvolgende generatie is te klein van omvang om alle open plaatsen in te vullen.

In mijn studententijd was het Marxisme overal. Soms goed, meestal verkeerd uitgelegd. Verelendung was zo’n begrip, dat vaak ter sprake kwam. De samenleving zat rot in elkaar en zou alleen maar rotter worden. Op enig moment zouden arbeiders zich zo uitgebuit voelen dat ze als vanzelf de macht zouden grijpen onder het roepen van Niet de baas is de baas, maar de basis de baas! Zo wilde Domela Nieuwenhuis niet aan sociale wetgeving, want daardoor zou de arbeidersklasse met fluwelen kettingen aan het kapitalisme worden gebonden. De vernieuwingsdrang binnen de overheid doet me hier weer aan denken. Niet in de zin dat Verelendung doelbewust wordt nagestreefd. Maar wel dat veel collega’s van mijn generatie denken, als ze weer eens vermoeid thuiskeren van een reorganisatiebijeenkomst, ik wacht wel tot de wal het schip keert.

In de herdenkingsprogramma’s kwamen vaak de beelden langs van een Juliana die met de hand op tafel sloeg en zei Ik ben nooit conservatief geweest, ik heb altijd tegen dat beeld gevochten. Veel generatiegenoten ervaren nu hoe zij zich destijds moet hebben gevoeld…

Daan Vorán

__________ 

Eerder gepubliceerd in de Haagsche Courant van 25 maart 2003

Meten is nog geen weten

Meten is weten… ik kan die uitdrukking niet meer horen. De suggestie van exactheid die ervan uit gaat… Ik denk wel eens: bestond die oude HBS nog maar. In het bijzonder de B-richting met extra veel wis- en natuurkunde, die ik zelf heb gedaan. Dan zouden beduidend minder mensen deze uitdrukking gebruiken. Dan zouden meer mensen geleerd hebben cijfers op hun juiste waarde te schatten.

André Kuipers, die een paar dagen op kosten van de gemeenschap rond de aarde mag cirkelen, zal wel denken: het is goed met je. Als het in de berekeningen voor mijn reis aan exactheid ontbreekt, dan kan ik wel eens goed misgaan. Ik spreek hem daarin niet tegen. Maar ik zeg er wel bij: waarom heb je kort voor de lancering naar dezelfde film gekeken als Yoeri Gagarin ruim 40 jaar geleden? Waarom heb je net als hij destijds tijdens de rit naar het lanceringsplatform tegen de linke rachterband van de bus geplast? Dit heeft toch niets met exactheid maar alles met bijgeloof te maken? Er is dus meer dan exactheid, er is een gevoel waarbij je je comfortabel voelt.

Tijdens mijn studie heb ik veel gedaan aan methoden en technieken van sociaalwetenschappelijk onderzoek. Dankzij de HBS-b opleiding kon ik daarin goed meekomen. Het was goed dat aan sociaalwetenschappelijk onderzoek allerlei vormen van kwantitatieve metingen werden toegevoegd. Veel gezwatel werd ermee voorkomen. Maar ik had vooral oog voor het interpreteren van de gegevens. Wat meten we nu precies? Stel je vraagt mensen een oordeel over het dienstbetoon van de een of andere overheidsinstelling. De meeste mensen zijn aardig. Je moet het wel heel beroerd doen om minder dan een zes te krijgen. Maar echt complimenteus zijn ze nu ook weer niet. Je moet het dus wel heel goed doen om een acht te krijgen. Aan een beoordeling tussen 6 en 8 heb je eigenlijk niets. Zo is het met opinies. Maar met het meten van verschijnselen en ontwikkelingen is het in wezen niet anders. Een pudding laat zich aan de buitenkant op verschillende wijzen beoordelen, maar het overtuigende bewijs dat het om een pudding gaat wordt toch pas geleverd door ervan te eten. Mijn favoriete uitdrukking bij de aanpak van organisatorische vraagstukken is dus: The proof of the pudding is in the eating… Je kunt tot in het oneindige blijven meten, daarmee veel onzekerheden ondervangen, maar uiteindelijk moet je gewoon vooruit met de geit.

Gisteren verzocht de Tweede Kamer om nieuwe gegevens over de Joint Strike Fighter, het toekomstige paradepaardje van de Luchtmacht. Het is goed dat de volksvertegenwoordiging geen geld in bodemloze putten wil werpen. Maar zekerheid daarover heb je alleen als je helemaal geen risico’s durft te lopen. De dominantie van de uitdrukking ‘Meten is weten’ leidt tot het vragen om garanties die zelfs door een verkoper van stofzuigers niet kunnen worden afgegeven. ‘Nooit geschoten is altijd mis’ – een adequate vertaling van ‘The proof of the pudding is in the eating’ – is een beter uitgangspunt voor het ontwikkelen van beleid.

Daan Vorán

__________ 

Eerder gepubliceerd in de Haagsche Courant van 22 april 2004