De kleine wereld van
Jeroen Sprenger


Tussenstation Cosel,
Het zwarte gat in de Jodenvervolging

In tal van Joodse stambomen komt als overlijdensplaats ‘Midden-Europa’ voor. Limburgse historici hebben zich erover verbaasd dat veel Joodse Limburgers en Brabanders daar zijn overleden. Intensief onderzoek leidde hen naar het Pools-Silezische treinstation in Cosel (tegenwoordig Kędzierzyn-Koźle). Daar zijn veel mannen, in de leeftijd van 15 tot 50 jaar, geselecteerd voor dwangarbeid daar in de omgeving. Velen zijn daarbij overleden, slechts enkelen zijn na lange ‘dodenmarsen’ en tal van andere ontberingen terug gekeerd. Waar ze weinig gastvrij worden onthaald en slechts met enorme inspanningen hun leven kunnen oppakken. “Thuiskomst was mijn grootste nederlaag”, zegt één van hen. Niet welkom en geen familie meer.

Met grote regelmaat komen er nog onbekende aspecten van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust aan het licht. Vijfenzeventig jaar na de Bevrijding zijn er weer tal van bronnen gevonden – met daarbinnen tal van persoonlijke verhalen - die in veel gevallen ook nog digitaal toegankelijk zijn gemaakt. Herman van Rens en Annelies Wilms hebben daarvan voor hun studie dankbaar gebruik kunnen maken.

Boven de poort van Auschwitz verwelkomt de tekst ‘Arbeit macht frei’ nieuwe gevangenen. Het is niet het enige eufemisme, waarvan de nazi’s zich bedienen. In Tussenstation Cosel maken de auteurs helder dat dwangarbeid, beter slavernij, een welbewust en zelfstandig onderdeel vormt in het beleid Joden te vernietigen: Vernichtung durch Arbeit. Het nazi-regime mag dan vanaf het begin uit zijn geweest, allereerst, op het zuiveren van het Groot-Duitse Rijk van Joodse ingezetenen, het Judenfrei maken, voordat het overgaat tot het definitief laten verdwijnen via de gaskamers. Ze werpen daarmee ook een licht op de opportunistische kanten ervan. Door de omvangrijke en aanhoudende oorlogsinspanningen moeten vele arbeiders uit fabrieken en bedrijven in krijgsdienst. Om de opengevallen plaatsen in te nemen probeert het regime arbeidskrachten te werven via de Arbeitseinsatz. Ook het ophalen van Joden past daarin.

Aanvankelijk bestaat het idee dat de transporten vanuit bijvoorbeeld het Nederlandse Westerbork rechtstreeks eindigen in concentratie- of vernietigingskampen. In totaal 39 transporten, ook vanuit Mechelen (België) en Drancy en Pithiviers (Frankrijk), stoppen echter 80km ten westen van Auschwitz. Daar worden mannen, jonger dan 50 jaar, vaak al als gevangenen van Auschwitz ingeschreven, gescheiden van vrouw en kinderen. En door Organization Schmelt geselecteerd voor dwangarbeid in bedrijven in de omgeving. De organisatie, waarin hoge SS-ers, Duitse ministeries, de spoorwegen en het bedrijfsleven samenwerken,  is vernoemd naar Albrecht Schmelt, de vroegere politiecommissaris van Breslau (tegenwoordig Wrocław), die vanaf 1940 het monopolie heeft op Joodse dwangarbeid in Silezië. Hem wordt een ‘vernieuwende rol in de genocide’ toegekend. Onder meer bij het uitvoeren van selecties in de Silezische getto’s.

Door buitenlandse waarnemers wordt de route via Cosel ‘a narrow bridge to life’ genoemd, omdat de kans op overleving – ondanks de slechte arbeidsomstandigheden, de ondermaatse voeding, de uitputtende wandeltochten – ietsje groter is dan in andere kampen. Al blijkt ook hier dat er naar verhouding meer slachtoffers zijn onder Nederlandse Joden, dan onder Belgische en Franse.

De auteurs verwachten ‘een witte bladzij’ in de Holocaust te hebben gevuld. Opmerkelijk is in ieder geval dat zij in 2013 in Cosel een oude man treffen, die verklaart dat ‘zijn moeder de Joden op het station van Cosel heeft gezien’. In de omgeving van Auschwitz of Sobibor zeggen dorpsbewoners meestal dat ze geen benul hadden van wat er in de kampen heeft plaatsgevonden.

Het boek is voorzien van talloze bijlagen die het beeld van de betekenis van Cosel kwantitatief invullen. Helaas is bijlage 4, waarin de namen zijn opgenomen van degenen die de verschrikkingen hebben overleefd, om privacy redenen niet afgedrukt. Daarvoor moeten de belangstellenden rechtstreeks naar de auteurs Annelies en Herman van Rens alvrens[at}gmail.com.

 

Jeroen Sprenger

Herman van Rens, Annelies Wilms, Tussenstation Cosel, Joodse mannen uit West-Europa naar dwangarbeiderskampen in Silezië, 1942-1945, Maaslandse monografieën | 85, Zuidelijk Historisch Contact, ISBN 978 908704 8136, € 39,=

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Misjpoge jaargang 33, 2020 nr 3

 

 

 

 

Hier kunt u content plaatsen.

Deze tekst past u aan door erop te klikken.