De kleine wereld van
Jeroen Sprenger





Recensie memoires

Salvador Bloemgarten over jeugd en oorlogservaringen

Salvador Bloemgarten, auteur van omvangrijke biografieën als ‘Henri Polak, Sociaal-democraat 1868-1943’ en ‘Hartog de Hartog Lémon, 1755-1823: Joods revolutionair in Franse tijd’ is bij het schrijven van zijn eigen biografie helaas door de dood ingehaald. Zijn memoires gaan over jeugd en oorlogservaringen, niet over zijn werk als leraar, noch die als muziekrecensent. En helaas ook niet over zijn wetenschappelijk, historisch en biografisch werk.

Voor de muzikale kant van Bloemgarten’s loopbaan kan redelijk risicoloos worden gezegd, dat hij ervoor in de wieg was gelegd. Vader Victor is zanger, ooms zongen in de Maastreechter Staar, dat door grootvader Jozef mede is opgericht. Eenmaal verhuisd naar Amsterdam gaat hij op de Volksmuziekschool, waar hij na de basiskennis van de muziek en instrumenten leert bespelen. In de bezettingstijd krijgt hij pianoles van Frieda Belinfante, één van de eerste vrouwelijke dirigenten en ook actief in de verzetsgroep van broer Rudi, die verantwoordelijk was voor de aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister.

Een vergelijkbare aanloop naar Boemgartens wetenschappelijke carrière is er niet. In Maastricht is hij een vlotte leerling, maar in Amsterdam komt daar de klad in. Weliswaar komt hij  zonder toelatingsexamen op het Vossius-lyceum. Maar het tweede jaar moet hij overdoen. Met name Grieks levert hem veel problemen op. Bij beurten voor de klas krijgt hij te horen: “Ga maar weer naar je plaats, stumpertje, je kent je les ook nooit”. Op het Joods Lyceum krijgt hij de klassieke talen van Jacob Hemelrijk. Die is verwonderd over zijn gebrekkige kennis van Grieks en Latijn. En vraagt hem wie zijn leraar op het Vossius was. Na stotterend het antwoord te hebben gegeven, zegt Hemelrijk: “Nu begrijp ik het wel, maar je bent heel intelligent en ik zal zorgen dat je met voldoendes over gaat naar 6 alpha”.

De middelbareschooltijd wordt omlijst door tal van ingrijpende gebeurtenissen in de gezinskring, zoals de scheiding van vader en moeder. Breed hebben zij het ook niet. Regelmatig moet hij erop uit om bij bekenden, onder wie Annie Romein-Verschoor, een rijksdaalder in een gesloten envelop op te halen. Ondanks die armoede is moeder Bernardine actief in de opvang van vluchtelingen; Joden uit Duitsland, dienstweigeraars uit Mussolini Italië, Spanje-strijders op de vlucht voor Franco. De actuele politiek, de oorlogsdreigingen, zijn zo heel voelbaar in de directe levenssfeer.

Vanaf 1942 is Bloemgarten ondergedoken. De langste tijd brengt hij door in het verscholen Veluwse dorp ‘Pas op’, genoemd naar een nabijgelegen boerderij. De bevolking vormt een bont gezelschap van zo’n 80 mensen, circa 50 joden en verder Amerikaanse piloten en uit Duitse kampen gevluchte Oost-Europeanen.

In 1986 vertelt Bloemgarten in de lezing ‘De joodse identiteit van een assimilant’ hoe hij van ‘vrije geassimileerde Joodse Nederlander’ een door de Duitsers ‘vervolgde Nederlandse Jood’ is geworden. Hij is zich al jong bewust van zijn Jood-zijn en gevoelig voor antisemitische uitingen. “Jood breek je poot op een stukje roggebrood”, hoort hij van een vriendje. Na de bevrijding valt hem de harteloosheid op tegenover Joden die onderdrukking, vervolging en onderduik hebben overleefd. Er zijn erbij die moeite mee te hebben dat niet alle Joden zijn vergast. Of ‘bewariërs’, die schrikken als Joden in levenden lijve in bewaring gegeven goederen komen ophalen.

Een belangrijk deel van die lezing is als slothoofdstuk in de memoires opgenomen. Daarin beschrijft hij onder meer de houding tegenover de in 1948 opgerichte staat Israël. “Juist omdat in mijn leven en dat van andere Joden dood en vernietiging zo’n grote rol hebben gespeeld, geloof ik dat mensen – al of niet Jood – de zin van het bestaan alleen kunnen vinden in het besef dat het leven heilig is. En dat men het moet koesteren. Deze gedachte lijkt me niet strijdig met de Joodse traditie”.

Amsterdam, december 2018

Jeroen Sprenger

Salvador Bloemgarten, Ik, Salvador Bloemgarten, memoires, Uitgeverij Waterbloem, Amsterdam 2018, 249pag.
Prijs € 39,95 - ISBN 978-90-828444-0-5  

Zie ook:

Ze’ev Bar, Oorlogsjaren, paragraaf VII, De duisternis in (over Pas op), https://www.nljewgen.org/oorlogsjaren-door-zeev-bar/

Eerder gepubliceerd in Misjpoge, 32ste jaargang nr 01, maart 2019