De kleine wereld van
Jeroen Sprenger


Oogstjaar FNV begint met tegenslag

"Hoe groter de boerderij, des te hoger de mesthoop"

Dit jaar, 2018, moet een oogstjaar worden voor de vakbeweging. De crisis is achter de rug, de jaren van de broekriem aanhalen zijn voorbij, een loongolfje – met steun van De Nederlandsche Bank (DNB), Centraal Planbureau (CPB) en het kabinet – ligt in het verschiet. Het getreiter van de werkgevers tijdens de crisisjaren – doorgeschoten flexibilisering, banenverlies aan Oost-Europese werknemers - kan eindelijk betaald worden gezet. En dan laat onverwacht vicevoorzitter Mariëtte Patijn een bommetje ontploffen. Aan de vooravond van de start van het FNV Offensief – zaterdag 13 januari in het Utrechtse Tivoli – treedt zij af. “Vanwege onvoldoende eensgezindheid en daadkracht”. Op links is de PvdA niet de enige die zich van tijd tot tijd aardig in de eigen voet weet te schieten.

De FNV heeft moeilijke jaren achter de rug. De crisis heeft lang geduurd. Het conflict over de pensioenen heeft Agnes Jongerius (2010-2011) de kop gekost en heeft de FNV in een jarenlange reorganisatie gestort. Sinds 1 januari 2015 vormen de vakcentrale en de grootste bonden – Bondgenoten, Bouw, Abvakabo, KIEM – één organisatie: Vakbond FNV, met Han Busker als voorzitter. Leden zijn niet meer aangesloten bij de bond in hun bedrijfstak, maar rechtstreeks lid van de FNV. En daarbinnen voor hun belangenbehartiging in bedrijf en beroep onderverdeeld naar sectoren. Intern is echter deze reorganisatie nog lang niet voltooid. Het organisatorisch samenspel van de landelijke leiding en de vertegenwoordigers aan de basis, in de bedrijfstakken en de gemeenten, is nog lang niet uitgekristalliseerd.

FNV Bouw kende jarenlang de gevleugeld uitdrukking: “Hoe groter de boerderij, des te hoger de mesthoop”. Met een ledental van boven het miljoen is de FNV nog steeds één van de grootste organisaties van het land. Om die reden is ze ook vatbaar voor kritiek van buiten, op dalende ledentallen, op starre houdingen aan overlegtafels, op te gemakkelijk oproepen tot staken. Maar intern is ze daar ook vatbaar voor, op te veel polderen en te weinig actie, op te veel top-down en de te weinig bottom-up. Een signaal als dat van Patijn is tegen die achtergrond koren op de molen van tegenstanders van links en de vakbeweging in het bijzonder. Als de belangrijkste verdediger van het arbeidsbestel en tegenstander van de neoliberale wind die daar dankzij de crisis haast vrij spel heeft gekregen – tot uitdrukking komend in verslechtering van pensioenen, flexibele arbeidscontracten, ontslagrecht, sloop van de sociale infrastructuur in bedrijfstakken - zichzelf verzwakt, kunnen ze op de ingeslagen weg doorgaan.

Hoewel de weerslag van het vertrek van Patijn in de media uiteindelijk meevalt, moet haar signaal van ongeduld binnen de FNV wel serieus worden genomen. In het FNV Ledenparlement zitten veel trouwe kaderleden die de tijd van Herman Bode en Arie Groenevelt nog hebben meegemaakt. Hun aandacht is – met enige overdrijving - gericht op de ouderdomsvoorzieningen. In de sectoren is nu een nieuwe generatie vakbondsbestuurders en kaderleden actief, die strijden tegen de aantasting van hun arbeidsvoorwaarden, tegen doorgeslagen flexarbeid, tegen de Deliveroos en andere uitwassen van de deel- en de platformeconomie. Het is een hele klus voor het FNV-bestuur om deze verschillende belangen bij elkaar te brengen.

Zaterdag 13 januari heeft Han Busker het startschot gegeven voor een offensief tegen de race naar beneden. “Tegen de concurrentie op arbeidskosten en tegen de afbraak van onze maatschappij. Maar vooral ook met een eigen agenda: voor zekerheid. Meer zekerheid van werk, meer zekerheid van pensioen en AOW en meer zekerheid over je inkomen, ook als je geen baan hebt.” In woorden laten de uiteenlopende doelstellingen zich eenvoudig bij elkaar te brengen. De bijeenkomst in Tivoli voelt voor de FNV als een succes. Net als de cao voor de buschauffeurs kort na het weekend. Het oogstjaar 2018 begint goed. De komende maanden zal blijken of het aftreden van Mariëtte Patijn slechts een bescheiden rimpeling in de sociale vijver heeft veroorzaakt. Of toch duidt op een te trage actieve overbrugging van de belangen der generaties en sectoren.

Eerder gepubliceerd in Argus, jaargang 1, nr 22 - 23 januari 2018