De kleine wereld van
Jeroen Sprenger
Eens laagopgeleid, altijd laagopgeleid - bijdrage aan Argus 4 april 2017


Weg met de term 'laagopgeleiden'


Het onderwijs is een rijk geschakeerd geheel aan opleidingen. Desondanks heten leerlingen ervan ‘laag- of hoogopgeleid’.  Het doet er geen recht aan. Erger is dat een nieuwe stigmatisering dreigt.

Het valt overheid en politici gemakkelijk uit de mond. Google op overheidssites op ‘laagopgeleid’ en honderden rapporten met die term komen in beeld. Bijna gedachteloos zijn ze in presentaties verwerkt. Neem SCP-directeur Kim Putters in de Machiavellilezing. “Laagopgeleiden voelen zich aan de kant gezet door een hoogopgeleide bestuurlijke elite, die zij op hun beurt vaker via referenda opzij zouden willen schuiven.” Binnen het SCP weten ze natuurlijk heel goed dat sinds het ontstaan van het vmbo in 1999 60% van de leerlingen van de basisschool bij de Citotoets een vmbo advies krijgt. Niemand wil dit, ouders niet, onderwijzers niet en veel jongeren zelf ook niet. Maar het is een gegeven. Ondanks alle onderwijsvernieuwing verandert de uitslag niet. Het is merkwaardig dat een samenleving een lage dunk heeft van het onderwijs voor een meerderheid van haar jeugd.

Het VMBO is geen doodlopende weg. Veel leerlingen stromen door naar het MBO en vinden later een gewaardeerde plaats op de arbeidsmarkt. En daar gaat hun opleiding door. Desondanks blijven ze voor politiek en overheid ‘laagopgeleid’.

De architect en meubelontwerper Gerrit Rietveld heeft internationale vermaardheid verworven voor zijn ontwerpen. Maar zijn huizen zijn gebouwd door vaklieden in de bouw. Zijn stoelen zijn gemaakt door ‘timmerman’ Gerard van de Groenekan, die daarmee bijna net zo beroemd is geworden. Internationaal doet de economie het nu goed. De exportcijfers getuigen ervan. Ongetwijfeld zijn er ‘hoogopgeleiden’ betrokken bij de ontwikkeling van de producten die worden uitgevoerd. Maar net als bij de Rietveld-ontwerpen de feitelijke productie wordt verzorgd door werknemers die gewoon goed zijn in hun vak. Die de ontwikkelingen daarin hebben bijgehouden.

De zorg is een ander voorbeeld. Er wordt gevraagd om meer handen aan het bed. Maar ondanks alle kritiek op de zorg, voor de inzet van verpleegkundigen en verzorgenden is volop lof. Terecht. Maar het is niet verkeerd daarbij te beseffen dat het hier gaat het om mensen met een (v)mbo-achtergrond. Op hen past geen etiket als ‘laagopgeleid’. Net als in de exportindustrie houden ze hun vak bij. Staan zij borg voor hoogwaardig werk.

De opleving van de economie leidt ook tot berichten over tekorten aan arbeidskrachten. Jaarlijks moeten er volgens Randstad 80.000 ‘goedopgeleide’ arbeidskrachten uit het buitenland worden aangetrokken. Dan zijn werknemers met een gelijke opleiding ineens ‘goed opgeleid’.

Enige tijd geleden heeft de WRR bedacht dat de term ‘allochtoon’ niet langer moet worden gebruikt voor mensen met een ‘migratie achtergrond’. Er ligt nu een mooie uitdaging voor de WRR alternatieven voor ‘laagopgeleid’ te bedenken. De raad zal Kim Putters aan zijn zijde weten. Vorig jaar heeft hij al opgeroepen andere woorden te gebruiken. Hij gaat zijn uiterste best doen ‘wat mensen kunnen en leren vanuit het vak te benoemen’. Wat de uitkomst ook wordt, als het maar niet stigmatiserend werkt en beter recht doet aan de inbreng van (v)mbo-ers.

Jeroen Sprenger

Eerder gepubliceerd in Argus, Eerste jaargang nr 3, april 2017